1. ARIA (T)
Ihr Menschen, rühmet Gottes Liebe und preiset seine Gütigkeit! Lobt ihn aus reinem Herzenstriebe, daß er uns zu bestimmter Zeit das Horn des Heils, den Weg zum Leben an Jesu, seinem Sohn, gegeben. |
O mensen, roem Gods liefde en prijs zijn goedheid! Loof hem vanuit uw hart omdat hij voor ons op zijn tijd de hoorn van het heil, de weg naar het leven aan Jezus, zijn zoon heeft gegeven. |
2. RECITATIEF (A) Gelobet sei der Herr Gott Israel, der sich in Gnaden zu uns wendet und seinen Sohn vom hohen Himmelsthron zum Welterlöser sendet. Erst stellte sich Johannes ein und mußte Weg und Bahn dem Heiland zubereiten, hierauf kam Jesus selber an, die armen Menschenkinder und die verlornen Sünder mit Gnad und Liebe zu erfreun und sie zum Himmelreich in wahrer Buß zu leiten. |
Geloofd zij de God van Israël, die zich genadig naar ons toe keert en zijn zoon vanaf de hoge hemeltroon naar de wereld stuurt om die te verlossen. Eerst verscheen Johannes die de weg en het pad voor de Heiland gereed moest maken, daarna kwam Jezus zelf, om de arme mensenkinderen en de verloren zondaars met genade en liefde te verblijden en hen in ware boete naar het hemelrijk te leiden. |
3. ARIA / DUET (S, A) Gottes Wort, das trüget nicht, es geschicht, was er verspricht. Was er in dem Paradies und vor so viel hundert Jahren denen Vätern schon verhieß, haben wir gottlob erfahren. |
Gods woord bedriegt niet, wat hij belooft, gebeurt. Wat hij in het paradijs en zoveel honderden jaren geleden al aan de vaderen beloofde hebben wij, godlof, ervaren. |
4. RECITATIEF (B) Des Weibes Samen kam, nachdem die Zeit erfüllet; der Segen, den Gott Abraham, dem Glaubensheld, versprochen, ist wie der Glanz der Sonne angebrochen, und unser Kummer ist gestillet. Ein stummer Zacharias preist mit lauter Stimme Gott vor seine Wundertat, die er dem Volk erzeiget hat. Bedenkt, ihr Christen, auch, was Gott an euch getan, und stimmet ihm ein Loblied an! |
Het zaad van de vrouw kwam toen de tijd vervuld was; de zegen die God had beloofd aan Abraham, de held van het geloof, is aangebroken zoals de glans van de zon, en ons verdriet is gestild. Een stomme Zacharias prijst God met luider stem voor het wonder dat hij voor het volk heeft verricht. Ook u, christenen, bedenk wat God aan u heeft gedaan, en hef voor hem een loflied aan! |
5. KORAAL Sei Lob und Preis mit Ehren, Gott Vater, Sohn, Heiliger Geist! Der woll in uns vermehren, was er uns aus Genaden verheißt, daß wir ihm fest vertrauen, gänzlich verlassen auf ihn, von Herzen auf ihn bauen, daß unsr Herz, Mut und Sinn ihm festiglich anhangen; darauf singn wir zur Stund: Amen, wir werdens erlangen, gläubn wir aus Herzens Grund. |
Lof, prijs en eer zij God de vader, de zoon, de heilige geest! Die wil in ons vermeerderen wat hij ons uit genade heeft beloofd, zodat wij vast op hem vertrouwen, ons volkomen op hem verlaten, van harte op hem bouwen, zodat ons hart, ons gemoed en onze geest stevig aan hem vasthouden; daarop zingen wij op dit uur: Amen, wij zullen het verkrijgen, dat geloven wij uit de grond van ons hart. |
(Nederlandse vertaling: Ria van Hengel |