1.
RECITATIEF
(T) Erhöhtes Fleisch und Blut, das Gott selbst an sich nimmt, dem er schon hier auf Erden ein himmlisch Heil bestimmt, des Höchsten Kind zu werden, erhöhtes Fleisch und Blut! |
Verhoogd vlees en bloed dat God zelf tot zich neemt, en waarvoor hij al hier op aarde een hemels heil heeft bestemd, namelijk een kind van de Hoogste te worden, verhoogd vlees en bloed! |
2. ARIA (T) Ein geheiligtes Gemüte sieht und schmecket Gottes Güte. Rühmet, singet, stimmt die Saiten, Gottes Treue auszubreiten! |
Een geheiligd gemoed ziet en proeft Gods goedheid. Prijs, zing, stem de snaren om Gods trouw te verspreiden! |
3. ARIA (A) Gott will, o ihr Menschenkinder, an euch große Dinge tun. Mund und Herze, Ohr und Blicke können nicht bei diesem Glücke und so heilger Freude ruhn. |
God, o mensenkinderen, wil grote dingen aan u doen. Mond en hart, oren en blikken kunnen niet rusten bij dit geluk en bij zo'n heilige vreugde. |
4. ARIA / DUET (S, B) (B) So hat Gott die Welt geliebt, sein Erbarmen hilft uns Armen, daß er seinen Sohn uns gibt, Gnadengaben zu genießen, die wie reiche Ströme fließen. (S) Sein verneuter Gnadenbund ist geschäftig und wird kräftig in der Menschen Herz und Mund, daß sein Geist zu seiner Ehre gläubig zu ihm rufen lehre. (S, B) Nun wir lassen unsre Pflicht Opfer bringen, dankend singen, da sein offenbartes Licht sich zu seinen Kindern neiget und sich ihnen kräftig zeiget. |
God heeft de wereld zo liefgehad zijn ontferming helpt ons stakkers, dat hij ons zijn zoon geeft zodat wij genadegaven kunnen genieten die stromen als rijke rivieren. Zijn vernieuwde genadeverbond is actief en wordt krachtig in het hart en de mond van de mensen, zodat zijn geest tot zijn eer hen gelovig tot hem leert roepen. Laten wij nu onze verschuldigde offers brengen, dankend zingen, want zijn geopenbaarde licht buigt zich over zijn kinderen en toont hun zijn kracht. |
5. RECITATIEF / DUET (S, T) Unendlichster, den man doch Vater nennt, wir wollen dann das Herz zum Opfer bringen, aus unsrer Brust, die ganz vor Andacht brennt, soll sich der Seufzer Glut zum Himmel schwingen. |
Oneindige, die toch Vader wordt genoemd, wij willen u ons hart offeren; vanuit ons binnenste, dat brandt van vroomheid, moet het vuur van onze zuchten opstijgen naar de hemel. |
6. KOOR Rühre, Höchster, unsern Geist, daß des höchsten Geistes Gaben ihre Würkung in uns haben! Da dein Sohn uns beten heißt, wird es durch die Wolken dringen und Erhörung auf uns bringen. |
Raak onze geest aan, o Hoogste, zodat de gaven van de hoogste Geest in ons gaan werken! Omdat uw Zoon ons opdraagt te bidden, zal ons gebed door de wolken heendringen en zullen wij verhoord worden. |
(Nederlandse vertaling: Ria van Hengel |