J. S. BACH: Cantate Was mir behagt, ist nur die muntre Jagd! (Jagdkantate)   (BWV 208)

1. RECITATIEF (S I)

(Diana)
Was mir behagt,
ist nur die muntre Jagd!
Eh noch Aurora pranget,
eh sie sich an den Himmel wagt,
hat dieser Pfeil schon angenehme Beut erlanget.




Wat mij behaagt
is alleen de vrolijke jacht!
Nog voordat Aurora straalt,
nog voordat zij aan de hemel durft te verschijnen,
heeft deze pijl al voor een aangename prooi gezorgd.
2. ARIA (S I)

(Diana)
Jagen ist die Lust der Götter,
Jagen steht den Helden an.
Weichet, meiner Nymphen Spötter,
weichet von Dianen Bahn!




Jagen is het plezier van de goden,
jagen past de helden.
Ga weg, bespotters van mijn nimfen,
maak ruim baan voor Diana!

3. RECITATIEF (T)

(Endymion)
Wie, schönste Göttin, wie?
Kennst du nicht mehr dein vormals halbes Leben?
Hast du nicht dem Endymion
in seiner sanfte Ruh
so manchen Zuckerkuss gegeben?
Bist du denn, Schönste, nu
von Liebesbanden frei?
Und folgest nur der Jägerei?




Wat, mooie godin, wat?
Ken je je vroegere halve leven niet meer?
Heb je aan Endymion
tijdens zijn zachte rust
niet heel wat suikerkusjes gegeven?
Ben je dan nu, schoonheid,
vrij van liefdesbanden
en wil je alleen nog maar jagen?
4. ARIA (T)

(Endymion)
Willst du dich nicht mehr ergötzen
an den Netzen,
die dir Amor legt?
Wo man auch, wenn man gefangen,
nach Verlangen
Lust und Lieb in Banden pflegt.




Wil je niet meer genieten
van de netten
waarin Amor je verstrikt?
Waar je, ook al zit je gevangen,
naar hartelust
geboeid en wel de liefde koestert?
5. RECITATIEF (S, T)

(Diana)
Ich liebe dich zwar noch!
Jedoch
ist heut ein hohes Licht erschienen,
das ich vor allem muss
mit meinem Liebeskuss
empfangen und bedienen.
Der teure Christian,
der Wälder Pan,
kann in erwünschtem Wohlergehen
sein hohes Ursprungsfest itzt sehen.

(Endymion)
So gönne mir,
Diana, dass ich mich mit dir
itzund verbinde,
und an "ein Freudenopfer" zünde.

(Beide)
Ja! Ja! Wir tragen unsre Flammen
mit Wunsch und Freuden itzt zusammen!




Ik houd nog wel van je,
maar
er is nu  een verheven licht verschenen,
dat ik bovenal
met mijn liefdeskus
moet ontvangen en bedienen.
De dierbare Christan,
de Pan van de wouden,
kan nu heel tevreden
zijn hoge verjaardagsfeest tegemoetzien.


Sta mij dan toe,
Diana, dat ik mij nu
bij jou aansluit
en met jou een ''vreugdeoffer'' aansteek.

(beide)
Ja, ja! Wij brengen onze vlammen
nu tevreden en blij bij elkaar!
6. RECITATIEF (B)

(Pan)
Ich, der ich sonst ein Gott
in diesen Feldern bin,
ich lege meinen Schäferstab
vor Christians Regierungs-Szepter hin!
Weil der durchlauchte Pan
das Land so glücklich machet,
dass Wald und Feld und alles lebt und lachet!




Ik, die normaliter de god
van deze velden ben,
ik leg mijn herdersstaf neer
voor de regeringsscepter van Christian!
Omdat de doorluchtige Pan
het land zo gelukkig maakt
dat bos en veld en alles leeft en lacht!

7. ARIA (B)

(Pan)
Ein Fürst ist seines Landes Pan,
gleich wie der Körper ohne Seele
nicht leben, noch sich regen kann,
so ist das Land die Totenhöhle,
das sonder Haupt und Fürsten ist
und so das beste Teil vermisst.




Een vorst is de Pan van zijn land,
en zoals het lichaam zonder ziel
niet kan leven of bewegen,
zo is het land een grot van doden
als het geen hoofd en geen vorst heeft
en dus het beste deel mist.

8. RECITATIEF (S II)

(Pales)
Soll denn der Pales Opfer hier das letzte sein?
Nein! nein!
ich will die Pflicht auch niederlegen,
und da das ganze Land von Vivat schallt,
auch dieses schöne Feld
zu Ehren unsrem Sachsenheld
zur Freud und Lust bewegen!




Zal dan het offer van Pales hier het laatste zijn?
Nee, nee!
ik wil mijn plicht ook opgeven
en omdat in het hele land het Vivat klinkt
ook dit fraaie veld
tot eer van onze Saksische held
blij en vrolijk maken!
9. ARIA (S II)

(Pales)
Schafe können sicher weiden,
wo ein guter Hirte wacht.
Wo Regenten wohl regieren,
kann man Ruh und Friede spüren
und was Länder glücklich macht.




Schapen kunnen veilig grazen
daar waar een goede herder waakt.
Waar vorsten hun land goed besturen
zie je rust en vrede
en dat wat landen gelukkig maakt.

10. RECITATIEF (S I)

(Diana)
So stimmt mit ein
und lasst des Tages Lust vollkommen sein!




Dus doe mee
en laat de vreugde van deze dag volmaakt zijn!

11. KOOR

Lebe, Sonne dieser Erden,
weil Diana bei der Nacht
an der Burg des Himmels wacht,
weil die Wälder grünen werden,
lebe, Sonne dieser Erden!



Leef, zon van deze aarde,
want Diana waakt 's nachts
bij de burcht van de hemel,
want de bossen zullen groen worden,
leef, zon van deze aarde!

12. ARIA (S I, T)

(Diana, Endymion)
Entzücket uns beide,
ihr Strahlen der Freude,
und zieret den Himmel mit Demantgeschmeide,
Fürst Christian weide
Auf lieblichsten Rosen, befreiet vom Leide!




Verruk ons beiden
o vreugdestralen,
en tooi de hemel met diamanten sieraden,
moge vorst Christian
over lieflijke rozen gaan, bevrijd van leed!

13. ARIA (S II)

(Pales)
Weil die wollenreichen Herden
durch dies weitgepriesne Feld
lustig ausgetrieben werden,
lebe dieser Sachsenheld!




Omdat de wolrijke kudden
vrolijk kunnen grazen
in dit veelgeprezen veld,
moge deze Saksische held leven!
14. ARIA (B)

(Pan)
Ihr Felder und Auen,
lasst grünend euch schauen,
ruft Vivat itzt zu!
Es lebe der Herzog in Segen und Ruh!




O velden en weiden,
vertoon je groenend,
roep nu Vivat!
Leve de hertog in zegen en rust!
15. KOOR

Ihr lieblichste Blicke,
ihr freudige Stunden,
euch bleibe das Glücke
auf ewig verbunden!
Euch kröne der Himmel mit süßester Lust!
Fürst Christian lebe! Ihm bleibe bewußt,
was Herzen vergnüget,
was Trauern besieget!

Die Anmut umfange,
das Glücke bediene
den Herzog und seine
Luise Christine!
Sie weiden in Freuden
auf Blumen und Klee,
es prange die Zierde der fürstlichen Eh,
die andre Dione,
Fürst Christians Krone!


O lieflijke blikken,
o vrolijke uren,
moge het geluk
voor eeuwig bij jullie blijven!
Moge de hemel jullie kronen met zoete vreugde!
Leve vorst Christian! Moge hij blijven beseffen
wat harten goeddoet,
wat droefheid overwint!

Moge de hertog en zijn
Luise Christine
omringd worden met lieflijkheid
en voorzien worden van geluk!
Mogen zij vol vreugde gaan
over een pad van bloemen en klaver
moge het sieraad van het vorstelijke huwelijk schitteren, de andere Dione,
de kroon van vorst Christian!



(Nederlandse vertaling: Ria van Hengel