J. S. BACH: MAGNIFICAT (BWV 243, D-groot, 1731)

1. Magnificat

Magnificat anima mea Dominum,


Mijn ziel prijst de Heer,

2. Et exsultavit

Et exsultavit spiritus meus
in Deo salutari meo;



en mijn geest heeft zich verblijd
over God, mijn Heiland;
3. Quia respexit

Quia respexit humilitatem
ancillae suae;
ecce enim ex hoc beatam
me dicent omnes generationes.



omdat hij heeft omgezien naar de
lage stand van zijn dienstmaagd;
want zie, voortaan zullen
alle geslachten mij zalig prijzen,
4. Quia fecit mihi magna

Quia fecit mihi magna qui potens est,
et sanctum nomen eius.



omdat hij grote dingen voor mij heeft gedaan,
hij die machtig is, en heilig is zijn naam,

5. Et misericordia

Et misericordia a progenie
in progenies timentibus eum.



en zijn barmhartigheid is van
geslacht tot geslacht voor wie hem vrezen.

6. Fecit potentiam

Fecit potentiam in brachio suo,
dispersit superbos mente cordis sui.


Hij heeft de kracht van zijn arm getoond,
En de hoogmoedigen uiteengejaagd in de gezindheid van zijn hart.*)

7. Deposuit

Deposuit potentes de sede
et exaltavit humiles.



Hij heeft machtigen van de troon gestoten
en eenvoudigen verhoogd.

8. Esurientes

Esurientes implevit bonis,
et divites dimisit inanes.



Hij heeft hongerigen met gaven overladen,
en rijken met lege handen weggestuurd.

9. Suscepit

Suscepit Israel puerum suum,
recordatus misericordiae suae.



Hij heeft zich het lot van Israel, zijn dienaar, aangetrokken
zich herinnerend zijn barmhartigheid,

10. Sicut locutus

Sicut locutus est ad Patres nostros,
Abraham et semini eius in sęcula.



zoals hij tot onze vaderen heeft gesproken,
tot Abraham en zijn nageslacht in eeuwigheid.

11. Gloria

Gloria Patri, gloria Filio,
gloria et Spiritui Sancto!

Sicut erat in principio
et nunc et semper
et in saecula saeculorum. Amen.



Ere zij de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest,

zoals het was in den beginne,
en nu en altijd,
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

*) Dit is de letterlijke vertaling van de door Bach gevolgde Latijnse Vulgaattekst, die het originele Grieks, ''in de gezindheid van HUN hart'' (d.w.z. van de hoogmoedigen) foutief vertaalde. met ''in de gezindheid van ZIJN hart'' (d.w.z. van God)

(Nederlandse vertaling: Ria van Hengel