Een passie 'uitgelegd' in servies

Wanneer het Utrechts Studenten Koor en Orkest één van Bachs passies instudeerde placht Hans Brandts Buys tijdens de studieweek begin januari de structuur van het bestudeerde werk uit te leggen aan de hand van serviesgoed: een vaas is het beginkoor, een glas is een koraal, een Evangelist-recitatief een vorkje, en flessen staan voor Christus-woorden. De manier waarop verschilde echter, naar gelang de educatieve en interpretatieve accenten die hij wilde leggen.
De eerste foto is uit 1951. Het behandelde werk is klaarblijkelijk de Johannes-Passion want achter de grote schaal die links het openingskoor voorstelt ligt rechts, derhalve achter het slotkoor, nog een schoteltje, het slotkoraal. In deze uitleg ging het HBB (rechts achter, bij de pijl, met sigaar) blijkbaar vooral om de plaats van de koralen en de turbae, want links van het slotkoor zien we drie andere koralen maar tussen de eerste twee daarvan vallen maar liefst drie aria's waarvan hier niets is te zien. Boven het hoofd van Herman von der Dunk (5e van rechts voor de tafel) zien we nog een koraal (Durch dein Gefängnis), aan twee zijden geflankeerd door drie turbae.
De tweede foto is uit 1958. Opnieuw de  Johannes-Passion maar het beeld is vollediger; de uitleg kan niet meer op tafel want beslaat een meter of vijftien. Vorken en lepels representeren recitatieven van Evangelist en soliloquentes, flessen de Christus-woorden. Het eerste deel begint met het Openingskoor in de rechterbovenhoek, de lijn passeert twee vrijwel naast elkaar liggende schotels, de aria's Von den Stricken en Ich folge dir gleichfalls, die slechts door een kort recitatief worden gescheiden, en eindigt vooraan met de aria Ach, mein Sinn en het koraal Petrus der nicht denkt zurück. Deel II begint opnieuw achterin. In de meest linkse lijn vallen drie achter elkaar liggende schotels/aria's op: de aria Es ist vollbracht die Brandts Buys, op zoek naar symmetrieën en mooie getallen, toen beschouwde als uit drie delen bestaande, Adagio-Vivace-Adagio.