Inleiding Schumanns pianokwintet is naar mijn indruk het
eerste waarin het begrip
pianokwintet zijn thans
gebruikelijke betekenis (strijkkwartet met piano) heeft.
Mozart en Beethoven schreven allebei een "pianokwintet" in Es-groot
voor piano en
vier blazers, resp. KV
452 en Op16.
Vervolgens ontstonden "pianokwintetten" waarin de thans gebruikelijke
tweede viool was vervangen door een contrabas, de "Forelle"-bezetting,
want Schubert schreef er zijn Forellenkwintet (D. 667, 1819):
J.L.Dusseks Op.41 (1799)
J.N.Hummels Op.87 (1802),
! Onslow op.76
! Ferdinand Ries Op.74
Jeanne-Louise Farrenc
(1804-1875) Nr.1 Op.30 a-klein ('39), Nr.2 e-groot Op.31 ('40)
Hermann Goetz (1840-1876) Quintet for Piano, Violin, Viola, Cello &
Bass, Op.16
Limmer
D-klein Op.13 (1830) IMSLP
Strikt genomen echter heeft Boccherini de oudste rechten, van hem
werden posthuum gepubliceerd tweemaal zes kwintetten (Op. 56 &
Op.57) voor piano, begeleid door strijkkwartet (de strijkers zijn
gewaarschuwd). Zie de noten van nr.
5. Beluister een voorbeeld. Maar
dan zit je al bijna bij de clavecimbelconcerten met strijkorkest.
Tot de gezochte kwintetcategorie zou je ook nog kunnen rekenen drie
pianoconcerten van Mozart ("Kammerconcerti", nrs 11-13, KV
413-415), ter eigen promotie geschreven
voor piano en strijkkwartet (resp KV 387a,
385p, 387b), en ook KV 449. Later voegde hij er blazerspartijaan
toe die niets melodisch toevoegen maar hoofdzakelijk colla parte gaan met
strijkerspartijen.
When Mozart
had located in Vienna after breaking from the Archbishop of
Salzburg, he was trying to establish himself as both composer and
performer. In aid of that he wrote these three piano concertos. Before
they had received public performances with full orchestras he arranged
and published them for piano and string quartet primarily for
performances in private residences.
Litt. Basil Smallman (1994) The Piano Quartet and Quintet: Style
Structure, and Scoring, New York: Oxford University Press. ISBN
0-19-816640-0.
Maar bekijk hier
hoe een echt pianokwintet eruit ziet.
Schumann Op 44
m. Alicia de Larrocha deel 1, deel 2deel 3, deel 4
S.Richter & Borodin Quartet deel 1, deel 2, deel 3, deel 4
idem deel1
Bolivia deel 1 Rien Piano Quintet ("ignore my dad in the background")
deel 4
Isr.Phil. Orch. deel
1
R.Alston & Friends deel 3
Turks (inl. C.Orff!) deel 1
Vermeer Kwartet + Koehler deel 1
onbekend maar wel snel in deel 3
tieners in korte broek deel 2
nu hou ik ermee op, er is nog veel meer
zoek zelf verder op deze
pagina en volgende
Elfrida Andrée, (1841-1929)
in E minor
(1865), fragmenten deel
1, deel
2, deel
3
! Anton Arensky, in D major, Op. 51 (1900)
Asgeirsson
Attenberg
CPE Bach, Sinfonia 2
Cembaloconc. J.Chr.Bach
!Béla Bartók, nr.77 (1904)
Arnold Bax, in G minor (1915)
Bacewicz nr. 1 (1952) nr. 2 (1965)
Amy Beach,
Wilhelm Berger (1861-1911) Piano Quintet in f minor, Op.95
IMSLP
Franz Berwald, No. 1 in C minor (1853), No. 2 in A major (1857)
Ernest Bloch, No. 1 (1923), No. 2 (1957)
Alexander Borodin, in C minor (1862) deel2
fragmenten deel 1 A,
B,
deel 2 AB,
deel 3 AB
Brahms Op 34 deel 1+2
(de eerste beelden beloven niet veel goeds, uit China, maar het
komt echt!) , idem
(sneller?) deel 3 + 4
Zukerman e.a. deel 3,
deel 4
Clara Haskil e.a. deel 4
int. profi's deel 1
m. Condoleezza Rice deel 2
Frank Bridge, in D minor (1905, revised 1912)
+ Max Bruch (1918) amateurs: deel
IIdeel
IV
Cadman g-klein (1937)
Castillon, Alexis de, Piano Quintet, Op.1 IMSLP
nee
Coleridge
op. 1
Johann Baptist Cramer, Piano Quintet in E ('Amicitia') Op.69 IMSLP
Ernö Dohnányi
Franz Drdla(1868-1944) 3 Hungarian Dances for Piano Quintet, Op.30 No.4
One of the most famous and
effective
salon works of its time. In the style of Liszt & Brahms' Hungarian
music.
+ Edward Elgar, in A minor, Op. 84 (1918)
George Enescu, in A minor, Op. 29 (1940)
Englund
! Fauré
No. 1 (D minor, Op. 89, 1905), deel
1IMSLPms
No. 2 (C minor, Op. 115, 1921) IMSLP os
Zdenek Fibich (1850-1950) Piano
Quintet in D Major, Op.42 (m. klarinet, hoorn?)
Morton Feldman, (1985)
Louis Ferdinand,
Prinz von Preussen (1784-1859), Op.1 (1803) IMSLP
lijkt Mozart
(part & 4 part. R'dam)
! Fleischmann
Arthur Foote (1853-1937)Piano
Quintet in a minor, Op.38
IMSLP
try this at home
! Eduard Franck (1817–1893) Op.45 D-groot (±'80)
! Cesar Franck Op.14 (1879) S.Richter & Borodin Kwartet deel1
Carl Frühling (1868-1937) Piano
Quintet in f sharp minor, Op.30
IMSLP
oogt nogal klassiek
Wilhelm Furtwängler, in C major (completed 1935) ([3])
Friedrich Gernsheim(1839-1916)Piano
Quintet No.1 in d minor, Op.35
Ginastera op. 1
Otar Gordeli, (1950)
Karl Goldmark Piano Quintet No.1, Op.30 IMSLPms
Théodore Gouvy (1819-1898) Piano Quintet in A Major, Op.24
(fragm. /1/2/3
)
Granados deel 1
Sofia Gubaidulina, (1957)
Reynaldo Hahn, in F sharp minor (1921)
Harris
Peter Heise IMSLP maar (nog) niet beschikbaar
H.W. Henze
Heinrich von Herzogenberg, in C major, Op. 17 (1876)
Holbrooke op. 44
Ives
Vincent d'Indy, in G minor, Op. 81 (1924) IMSLP
Jadassohn, nr.1 in c-klein, op. 70 (1883) nr. 2 in F-groot, op. 76
(1884), nr. 3 in g-klein op. 126 (1895)
Friedrich Kiel, A-groot op. 75, c-klein op. 76
Kokkonen
Koppel op. 57
+ Koechlin (1867 - 1950) Op.80 (1922)
Erich Wolfgang Korngold, in E major, Op. 15 (1921)
Leighton
Lekeu
Lewesohn
Magnard, Albéric, Piano Quintet, Op.8 IMSLP (vergissing, blazers)
Martucci, Guiseppe, Op.45 IMSLP
nee
Bohuslav Martinu*,, H. 35 (1911), No. 1, H. 229 (1933), No. 2, H. 298
(1944)
! NikolaiKarlovich Medtner,
in C major (begun 1903, finished 1949) (nog niet op) IMSLP
Krzysztof Meyer, op. 76 (1991)
! Novak Op.12
Leo Ornstein, (1927) Piano Quintet, S610 IMSLP
+ Joachim Raff, in A minor, Op. 107 (1862) IMSLP
lijkt speelbaar
Alan Rawsthorne,
Max Reger, No. 1 in C minor (1897-8), No. 2 in C minor, Op. 64 (1901-2)
Carl Reinecke, in A major, Op. 83 (by 1865) IMSLP
Reizenstein
Reicha (1770-1836)
Respighi
Joseph Gabriel Rheinberger (1839-1901) Klavierquintett
in C Op.14 (audio fragm. /1/2/3/4
)
+ Anton Rubinstein, in G minor, Op. 99 (1876?)
Rueda
+ Camille Saint-Saëns, in A minor, op. 14 (1855) IMSLP
eerst maar eens luisteren, niet onspeelbaar
! Franz Schmidt, (left-hand) in G major (1926)
Florent Schmitt, in B minor Op.51 (1908) IMSLP
Gustav Satter, Fantasie v. piano quintet, 1868, IMSLP
Scott
Smalley
+ Alfred Schnittke, (1972-76) deel 5
! Giovanni Sgambati (1841-1914), Op.4 (No. 1, f-klein '66), Op.5 (No.
2, Bes )
+ Sjostakovitsj Op.57 (g-klein, 1940) deel
1, Argerich e.a. deel 3
+ Jean Sibelius, in G minor (1890) os
Sinding, Christian, Piano Quintet, Op.5 IMSLP
eventueel, bedkijken Ludwig /Louis Spohr (1784-1859) Op.130
(± 1850) (part. KB niet uitl.)
!Charles Villiers Stanford Op.25 IMSLP
speelbaar, beluisteren
Josef Suk
Sergei Taneyev, in G minor, Op. 30 (1911) IMSLP
Ludwig Thuille, (1885?) notenms
Toch
Turina
G.B.Viotti (1790)
+ Louis Vierne, in C minor, Op. 42 (1917)
Anton Webern, (1907)
! Weinberg Op.18
Charles-Marie Widor, No. 1, Op. 7 (1881?) IMSLP
Yitzhak Yedid, 'Since My Soul Loved', (2006)
Xenakis
SCHUMANN Op. 44
(ontleend aan Musicalifeiten)
Schumann: het mooiste en beste van zijn kamermuziekwerken: het
pianokwintet in Es op. 44. Het werk ontstond in misschien wel de
gelukkigste levensfase van de componist. Op dat moment was nog geen
sprake van de depressie die hem tenslotte tot zelfmoord zou drijven. In
oktober 1842 had hij nog geen drie weken nodig om het werk af te maken.
Het werd aan Clara opgedragen en zij nam uiteraard deel aan de eerste
uitvoering. Die werd een groot succes en hielp bij het vestigen van
Schumanns reputatie zoals nooit eerder een van zijn werken had gedaan
en later nog zou doen. Bij de tweede uitvoering was Clara ziek en nam
Mendelssohn op korte termijn haar rol over; hij moest de pianopartij
min of meer onvoorbereid van blad spelen.Geïmponeerd als hij was
door het kwintet suggereerde hij Schumann wel dat deze een wijziging
zou aanbrengen in het derde deel, het scherzo, door er iets levendigers
als tweede trio aan toe te voegen. Schumann gaf onmiddellijk gevolg aan
dat verzoek en het resultaat is het werk zoals we dat tegenwoordig
kennen. Het gaat om een van de fraaiste vondsten in een werk dat toch
al getuigt van voortdurende inspiratie op het hoogste niveau.Er hoeft
weinig twijfel aan te bestaan dat Schumann wilde wedijveren met
Schuberts Forellenkwintet, maar er bestaat een cruciaal verschil tussen
beide werken die wel hun zonnige karakter en hun afwisselende
opgewektheid. Dit kwintet van Schumann is – misschien afgezien van
Hummels pianokwintet op. 87 uit 1802 - het eerste dat een
belangrijk componist ooit schreef voor het traditionele, uit twee
violen, altviool en cello bestaande strijkkwartet plus een piano.
Schumanns werk begint heel vrolijk en meteen kunnen alle
instrumenten
aan de slag. De aanduiding Allegro brillante is eerder een aanduiding
van de stemming dan van de snelheid. Elk van de vier halve noten aan
het begin moet worden geaccentueerd en accentuering is een
wezenskenmerk in het hele stuk, hoewel dat geen moment tot schrilheid
leidt. Schumann klampt niet zo graag aan; de getoonde kracht is eerder
een blijk van spiritualiteit dan van aandrang. Wat zo uniek is bij
Schumann is dat hij tegelijk zo fel en lyrisch kan zijn. Nog
opmerkelijker is dat waar bij de meeste andere componisten de piano in
vergelijking met de strijkers wat kortademig klinkt omdat hij minder
lang de toon kan aanhouden, bij Schumann de pianist juist de voorrang
krijgt bij het introduceren en behandelen van zangerige melodieën.
Zodat meteen na de uitbarsting aan het begin de piano een ingrijpend
tweede thema inleidt dat door de eerste viool wordt overgenomen en
hoewel de piano daarna terugtreedt in een meer begeleidende rol
ontstaat nooit het gevoel dat de instrumenten tegen elkaar worden
uitgespeeld. Iets wat men in een toch vrij concertante vorm wel zou
verwachten. Hier draagt alles bij aan een doordringende warmte.In het
tweede deel, in modo d'una marcia, speelt de eerste viool een melodie
die maar al te gauw somber of spookachtig kan klinken, maar die geen
van beide hoort te zijn. Geen van deze stemmingen past in dit werk en
ook niet binnen de rest van het onderhavige deel, want na nauwelijks
een minuut gaat de mars over in een dalende en zich weer verheffende
melodie voor viool en cello die ons eraan herinnert dan Brahms, een
vurig bewonderaar van Schumann, hier wordt gevleid. De mars keert terug
en de tweede episode draagt de aanduiding agitato en bezit een hoekige
figuratie van de piano en de vier strijkers unisono. Het markeert een
gedaanteverwisseling van de mars in een lyrisch thema en de
Brahmsachtige melodie keert in volle glorie terug.Het scherzo is een
losjes jolige affaire; opwaartse pianoloopjes geven het voorbeeld aan
de vier andere musici. Er zijn twee trio's, het eerste lyrisch van aard
en het tweede – op suggestie van Mendelssohn – jachtig en chromatisch
van aard. De finale is een combinatie van de sonatevorm en de fuga, een
"reizend en trekkend" deel naar het voorbeeld van Schubert om mee te
beginnen, maar na een grote climax heeft Schumann een verrassing in
petto: het allereerste thema uit het werk keert terug en krijgt een
volledig fugatische behandeling. Daarna stampvoet iedereen naar huis.