Toelichting
bij BWV 235
Lutherse Mis in g-klein Dames en heren, meisjes en jongens, U hoorde zojuist een deel van de aria ‘Gott versorget alles Leben’ uit Bachs cantate 187 ‘Es wartet alles auf dich’.Ik kan me voorstellen dat u zich afvraagt waarom dit deel in het programma is opgenomen.Wel, u hoort het straks in de Lutherse mis terug. Dat heeft alles te maken met keuzes die Bach bij de samenstelling van deze mis heeft gedaan. Een ‘duiventil’, zo noemde Carl Philipp Emanuel, Bachs oudste zoon, zijn ouderlijk huis. Het was er een komen en gaan van vrienden en bewonderaars. Geen musicus kon in Bachs tijd op bezoek in of doortocht door Leipzig de verleiding weerstaan de grote meester te bezoeken. Onder die bezoekers waren musici van naam. Via hen en door zelf te reizen naar toonaangevende culturele steden als Dresden, beschikte Bach over een uitgebreide bibliotheek met composities van collega’s uit binnen- en buitenland.Van de Italiaan Pergolesi bijvoorbeeld bezat hij een afschrift van zijn beroemde ‘Stabat Mater’, hij bezat afschriften van werken van o.a. Palestrina, Buxtehude, Vivaldi, Händel, Pachelbel en uiteraard van familieleden uit het muzikale geslacht Bach. Een componist die door hem zeer hoog werd geacht was de voor ons vaak onbekende Jan Dismas Zelenka uit Bohemen, die hofcomponist was in Dresden. Zelenka was in dienst van het rooms-katholieke hof in Dresden en schreef een groot aantal missen voor de rooms-katholieke eredienst. Missen die ook daadwerkelijk in deze diensten werden uitgevoerd en er een onmisbaar deel van waren.Bach daarentegen was in dienst van de gemeente Leipzig en verbonden aan de Lutherse kerken in die plaats. Verbonden dus aan protestantse kerken. Hij schreef liturgische muziek in de vorm van cantates die op hun beurt weer een wezenlijk deel waren van de Lutherse eredienst. Het kan daarom vreemd lijken dat Bach zich als protestant inlaat met een ogenschijnlijk roomse mis.Maar in Bachs tijd was het Latijn in de Lutherse eredienst zeker niet volledig verdrongen door het Duits en waren Kyrie en Gloria gewoon onderdelen van de Lutherse liturgie.Er was in Duitsland geen sprake geweest van een ‘liturgische beeldenstorm’ waarbij het Latijn volledig het leven liet… Een viertal zgn ‘Lutherse Missen’ schreef Bach, naast de beroemde ‘Hohe Messe’.Opvallend is dat ze allemaal, ook de Hohe Messe, nooit zijn bedoeld voor gebruik in de eredienst. De Hohe Messe heeft Bach samengesteld om bij hetzelde katholieke hof te Dresden waar Zelenka werkzaam was, de eretitel ‘hofcomponist’ te verkrijgen door de mis als cadeau aan de Saksische vorst en Poolse koning Friedrich August II aan te bieden.Niets menselijks was Bach vreemd: je vangt meer katholieke vliegen met een mis dan met een koraal… Zijn vier Lutherse missen zijn vermoedelijk geschreven rond de jaren 1737 en 1738.De term ‘geschreven’ zou wellicht vervangen kunnen worden door ‘herschreven’ of ‘overgeschreven’: alle missen zijn namelijk samengesteld uit delen van eerdere cantates.Bach heeft cantatedelen ‘gerecycled’ zou je kunnen zeggen in deze Lutherse missen. U ziet dat de naam van onze concertserie, ‘Rondom de Kantates’ daarmee recht wordt gedaan.‘Parodie’ heet in de muziekleer dat hergebruik van eerdere werken.Dat deed Bach overigens niet uitsluitend met eigen composities, maar ook gebruikte of bewerkte hij werken van collega’s. Het eerder genoemde ‘Stabat Mater’ van Giovanni Batista Pergolesi gebruikt hij bijna integraal voor zijn cantate “Tilge, Höchster, mein Sünden”.In de 17e en 18e eeuw was kopiëren gebruikelijk, niemand sprak toen over ‘copyright’… Het Kyrie, waarmee we dadelijk de mis openen is het openingskoor uit cantate 102 ‘Herr, deine Augen sehen nach dem Glauben’. De mis is geschreven in een mineurtoonsoort. Je verwacht dan niet veel vrolijks te horen, maar bij Bach is dat toch even anders. Het Kyrie lijkt wel te dansen en dat geldt ook voor het Christe eleison, dat met fugatische inzetten opvallend vrolijk klinkt. Met een wat minder dansende fuga in het tweede Kyrie wordt dit openingsdeel afgesloten.Dan volgt het ‘Gloria’. Hier hergebruikt Bach cantate 72 ‘Alles nur nach Gottes Willen’.U hoort een echte lofprijzing met kernmerkende uitroepen op het woord ‘Gloria’.Bij de woorden ‘Et in terra pax hominibus’ neemt Bach duidelijk ‘gas terug’, om weer voluit door te gaan met snelle zestiende noten op de woorden ‘Laudamus te’.Het ‘Gratias agimus tibi’ voor de bassolist begeleid door violen, komt uit cantate 187 ‘Es wartet alles auf dich’. Hier duikt voor het eerst de cantate op die aan het begin is genoemd.Bach moet zijn keuze voor hergebruik van deze cantate 187 wel erg goed hebben gevonden, want ook het deel hierna voor de altsoliste, het ‘Domine Fili’, komt uit deze cantate. De alt wordt in een 3/8-maat begeleid door de solohobo. Maar spits uw oren bij het volgende deel van de mis: het ‘Qui tollis’ voor tenor met een prachtige partij voor weer de solohobo. Een deel uit de sopraanaria uit cantate 187 hoorde u zojuist. In dit deel wordt die aria hergebruikt, maar nu zingt niet de sopraan, maar de hoge mannenstem, de tenor.“Die de zonden der wereld wegneemt, aanvaard ons gebed”. Het slotkoor ‘Cum sancto spiritu’ is een bewerking van het openingskoor uit cantate 187.In dit slotkoor hoort u hoe de stemmen telkens na elkaar inzetten in een magistraal fugathema, soms onderbroken door het orkest, dan weer samen, waarbij ook het orkest het eerste fugathema laat horen.Na een tussenspel waarbij het orkest het thema toeleidt naar een eerste afsluiting, zetten de bassen in met het tweede fugathema, gevolgd door tenoren, alten en sopranen.In een labyrint van muzikale lijnen eindigen koor en orkest met een afsluitend ‘Amen’.Laat het waar en zeker zijn. We wensen u veel luistergenoegen. Harry Toebes |